Ga mee met deze reizende robot op zijn avonturen. Hij denkt dat hij alles gezien heeft, maar heeft hij dat echt?
Deel 8: Mini-me
“Ik heb vaak dit soort gesprekken:
“Hoe is het met Mini-jij?”
“Er is geen Mini-me.”
“Jawel.” Degene die me de vragen stelt, wijst op een foto.
“Je hebt waanideeën.” Beide robots rollen hun ogen. Figuurlijk gezien dan.
Op de foto’s van de reizen die ik in mijn jongere jaren heb gemaakt, sta ik vaak naast een andere robot. Een robot die erg op mij lijkt, wat niet verwonderlijk is omdat we onze lichamen in dezelfde webshop hebben gekocht. Waar mijn vriend een kleiner lichaam verkoos om onopgemerkt te kunnen reizen, koos ik voor een groter lichaam omdat ik wilde dat anderen mij zouden zien.
Vanwege de gelijkenis van onze lichamen gaan andere robots en mensen er vaak van uit dat we code delen, waarbij ik de parent code ben en hij de child die mijn classes uitbreidt. In zekere zin is dit niet ver van de waarheid, want we delen wel wat code, maar dit heeft niets te maken met de lichamen die we gebruiken tijdens het reizen.
Mini-me – laten we hem zo noemen voor de duidelijkheid – wil niet dat mensen hem opmerken. Hij houdt ervan om op te gaan in het landschap en om dat te doen koopt hij vaak een hoed of een cape van een toeristenwinkel zodat andere reizigers hem als een onderdeel van de toeristische hotspot beschouwen. Dat laatste lukt hem bijzonder goed, maar in het eerste faalt hij, omdat de mensen juist meer aandacht aan hem besteden. Toeristen houden er gewoon van om foto’s van hem te maken. Het is ongelooflijk.
De ironie is dat ze mij altijd negeren; ze kijken door me heen alsof ik er niet ben. Het maakt geen verschil dat ik groot ben – nou ja, groter dan zij in ieder geval – ze zien me niet omdat ze me niet willen zien. In feite zijn de foto’s waar ik het eerder over had foto’s van mijn Mini; ik ben slechts een van de toeschouwers die zelf ook foto’s aan het maken is van Mini. Hij ziet er zo prachtig uit in zijn ‘lokale’ klederdracht.
Op deze specifieke foto grijpen twee peuters zijn onderlichaam vast, leunt er een paraplu tegen zijn rug en rust een schotel met ’try me’ eten op zijn handen. Ja, Mini, klein zijn werkt goed voor je. Ik reis graag met Mini, omdat zijn aanwezigheid de mensen afleidt en me in staat stelt om solo rond te kijken. Tegen de tijd dat de mensen zich herinneren waar ze eigenlijk voor kwamen heb ik al de mooiste foto’s gemaakt en heb ik zelfs tijd gehad om in alle rust vanaf de beste plek naar het landschap te staren. Ik alleen met de hotspot, terwijl mijn Mini zich als toeristenval ontfermt over de andere reizigers. Je zou bijna denken dat ik het expres deed. We delen immers maar een deel van onze code…
Soms maakt grootte het verschil.”